Gezondheidsparadox
Een half uur per dag matig intensief bewegen is voor een bureelwerker niet evident. Voor wie fysiek werk doet, is dat een peulschil. Een orderpicker, bouwvakker of operator is immers de hele dag in de weer. De gezondheidsparadox is echter dat deze beweging niet tot een betere gezondheid leidt.
In deze studie zocht men de verklaring in de houdingen tijdens het bewegen op het werk vergeleken met die in de vrije tijd. Op het werk komen meer statische houdingen voor. Deze maken de taken fysiek belastend, maar hebben geen gezondheidseffect.
Variatie is sleutel tot gezondheidseffect
Fysieke activiteit tijdens de vrije tijd bevordert de gezondheid en vermindert lichamelijke klachten, ziekteverzuim en vroegtijdig overlijden. Paradoxaal genoeg doet zware fysieke activiteit op het werk deze parameters juist toenemen.
Fysieke activiteiten in de vrije tijd zijn doorgaans dynamisch en gevarieerd met voldoende rustperiodes en herstel. Tijdens het werk zijn activiteiten meer monotoon en statisch, vaak zonder voldoende herstel en rust. Om een gezondheidseffect te hebben van beweging blijkt variatie of afwisseling het sleutelwoord te zijn.
Fysiek werk heeft statische houdingen met gebogen rug
In deze studie werden 657 Deense arbeiders opgevolgd over twee volle dagen (werken en vrije tijd). Met een accelerometer werd de houding van de rug continu geregistreerd. Ongeveer 80% van de arbeiders had meer variatie in rughoudingen tijdens de vrije tijd en er was een ruimere marge tussen veel en weinig buigen. Tijdens het werk was er minder variatie, wat duidt op meer statische houdingen en in een kleinere range.
Hoewel het verschil in variatie slechts 10% bedraagt, geloven de onderzoekers dat dit verschil praktisch groot genoeg is om een gezondheidseffect te hebben. Op deze manier zou een stukje van de gezondheidsparadox kunnen verklaard worden.
Ook individuele factoren spelen een rol
Ook persoonsgebonden factoren spelen een rol, met name BMI en geslacht. Arbeiders met een lagere BMI vertonen meer houdingsvariatie en met een grote range tussen veel en weinig buigen. Vrouwen brengen dan weer langere tijd ononderbroken door in gebogen houdingen vergeleken met mannen. Dit is zowel tijdens het werk als in de vrije tijd. Een andere studie vond reeds dat vrouwen minder afwisseling in houdingen hebben. Dat kan gelinkt worden aan het hoger aantal lichamelijke klachten. Het gezondheidseffect van bewegen in de vrije tijd bij mannen is dus meer uitgesproken.
Conclusie
Bewegen is gezond en moet gestimuleerd worden. In de werkcontext echter moet de ergonoom oog hebben voor de globale fysieke belasting en meer specifiek de statische houdingen met een gebogen rug.
Bron: Villumsen ea 2017. The variability of the trunk forward bending in standing activities during work vs. leisure time. Applied Ergonomics 58: 273-280.
0 Comments
Leave a comment